Categoriearchief: Aassoorten

Mais

mais

Bij mais wordt direct gedacht aan karpervissen, maar ook voor de witvis heeft mais een grote aantrekkingskracht. Vooral de grotere voorns, zeelt en brasem zijn echte liefhebbers. Meestal vissen we met gezoete mais uit blik. Deze kan men kant-en-klaar kopen in de plaatselijke supermarkt en voor speciale varianten gaat men naar de hengelsportzaak.

Mais is een ideaal aas en wordt ook als lokaas gebruikt, eventueel in combinatie met grondvoer. Brasem en karper, maar ook de andere witvis laat de lekkernij niet links liggen. Men vist met één of meerdere korrels op de haak, afhankelijk van de haakgrootte.mais-aan-haak

Wanneer mais zelf geweekt gaat worden houdt dan rekening met een weektijd van minimaal 24 uur en kook de mais daarna ongeveer een half uur in (gezoet) water.

 

Maden

maden

Maden zijn sinds tijden het meest populaire aas bij vissers, niet alleen omdat ze zo makkelijk te krijgen zijn, maar vooral omdat dit witte wormpje in veel gevallen simpelweg het beste aas voor een breed scala aan vissoorten is. Maden zijn niet meer weg te denken uit de sportvisserij. Met één made aan de haak kun je alle zoetwatervissen vangen die er zijn. Er zijn voorbeelden van zeelt, karper, baars, paling en zelfs snoek die aan een paar maden zijn gevangen. Meestal is het echter een voorn, een blei of een brasem die we aan maden vangen.

Praktisch alle vissoorten zijn verzot op maden en dat komt door de levendigheid van het beestje. Ook onder water, aan de haak, zullen ze nog lang blijven kronkelen, mits ze goed op de haak worden gezet.  Het is van belang om ze niet “lek” te prikken. De beste manier om een made aan de haak te bevestigen is om de made tussen duim en wijsvinger licht in te drukken totdat er aan de zijde van de twee ‘oogjes’ een lipvormig uitstulpsel verschijnt. Hier prikt men een dundradige haak doorheen en dan zo dicht mogelijk aan de buitenzijde. Op deze manier zal de made zo lang mogelijk blijven leven en op een natuurlijke manier bewegen. Ook een trosje maden aan de haak is mogelijk, maar dat wil niet zeggen dat er dan ook grotere vissen worden gevangen.

Of een hengelsportzaak regelmatig verse maden heeft, kan men zelf controleren. Verse maden zijn te herkennen aan een onderhuidse donkere plek nabij de kop. Een volwassen verse made heeft in haar lichaam een voorraad voedsel nodig om de tijd te overbruggen om van made in caster te veranderen. Dit is de “zwarte punt” die men in de made ziet bewegen en hoe groter deze “zwarte punt”, hoe verser de made. En… hoe verser de maden, hoe langer zij bewaard kunnen worden. Wil men maden die in een korte tijd verpoppen en als caster kunnen worden gebruikt, dan koopt men maden waarbij de “zwarte punt” zo goed als verdwenen is.

De verzorging van de maden is ook belangrijk voor gezond aas. Na aankoop van de maden moeten deze eerst goed schoongemaakt worden om ze langere tijd te kunnen bewaren. Daarbij gaat men als volgt te werk:

  • Koop een royale portie verse maden met een zichtbare “zwarte punt”
  • Zeef het oude meel en/of zaagsel eraf waar ze in bewaard werden
  • Doe de maden ongeveer een halve minuut in een emmer water met een paar druppeltjes afwasmiddel (géén sopje) om van de ammoniakgeur af te komen.
  • Daarna goed afspoelen met schoon water.
  • Leg de maden op een krant waardoor ze zich kunnen droog kunnen kruipen
  • Bewaren in een ruime bak, voorzien van schoon fijn zaagmeel en wat zoet maismeel

Kaas

Kaas is een goede aassoort voor goede vangsten in met name het winterseizoen. Zeker voor rietvoorn en kopvoorn, maar ook karpers en andere vissoorten die in dit aas een lekkere hap zien. Dat getuigen de talrijke bijvangsten.

Een favoriete kaas is het Babybel-mini kaasje. babybel kaasDe reden hiervoor is simpel, het is een zacht maar taai kaasje dat lange tijd goed op de haak blijft. Verder blijft het vers zolang je het niet aansnijdt.

Bijna iedere andere kaassoort is bruikbaar, al hebben de zachtere kazen toch enige voorkeur. Zachte kaas kan men gewoon op de haak prikken, hardere kazen kan men zachter maken door ze een nachtje in melk te weken. Van smeerkaas en brood kun je een kaasdeegje maken om in de deegspuit te gebruiken. Geraspte of gemixte kaas kan men eventueel toevoegen aan een standaardlokaas.

cheddarCheddarkaas, idem in combinatie met een deegspuit, is ook een uitstekende kaassoort. Redelijk betaalbaar en vaak in plakjes per stuk verpakt. Vooral te gebruiken in de winter, af te raden in de zomer omdat de temperaturen de kaas te zacht maken om in de spuit te gebruiken

 

 

De dauwworm

dauwworm

De dauwworm is een grote worm, wellicht de grootste, met een maximale lengte van wel 30 cm. Om de worm te verkrijgen moet men tijdens vochtige nachten de weides in, daar waar het gras pas gemaaid is. Een zaklantaarn mee en maar zoeken in het gras. Wanneer men er één vindt, pak hem net achter de kop en trek hem rustig terug. Dauwwormen zijn te gebruiken in een bundeltje of gesneden.

Een grote dauwworm is niet echt als haakaas te gebruiken. Hij is veel te groot en te zwaar. Gebruik hem eens door het grondvoer. In kleine stukjes te knippen en met weinig wormen heb je redelijk veel wormenvlees. Dauw dauwpieren bloeden flink, wat een lokkende werking heeft.

Casters

casters

Casters zijn maden die midden in het proces van verpoppen zitten van made naar vlieg. Casters worden bewaard bij een temperatuur van nul tot drie graden Celsius. Door deze lage temperatuur wordt het verpoppingsproces sterk vertraagd. De mooiste casters zijn lichtbruin van kleur. Te gebruiken aan de haak of om door het grondvoer te mengen. En natuurlijk in de voerkorf. De casters zitten meestal verpakt in een luchtdichte plastic verpakking. Let op bij aankoop: niet geheel vacuüm getrokken! Nadat een zakje is geopend, dienen de casters onderwater bewaard te worden om verder verpoppen te voorkomen.

Waarom casters? Casters zijn een stuk minder voedzaam dan maden. Men kan gerust een flinke hoeveelheid casters in het grondvoer verwerken. Gevaar om de vis echt te verzadigen is er niet echt. Voerballetjes blijven mooi samen voor als men op afstand vist. De casters, in tegenstelling tot levende maden, bewegen immers niet. Voerballetjes met maden zullen al gauw uit elkaar vallen door beweeglijke wormpjes. Casters blijven netjes op de bodem liggen. Maden kruipen direct weg in de (meestal) zachte slijklaag. Casters zijn een superaas voor het vangen van de grotere formaten vis, zoals voorns en brasems. In aantal vangt men misschien minder dan met maden, maar het formaat vis is zonder twijfel groter. Afwisselen tussen casters en maden kan rendabel zijn, zeker als er veel kleinere vissen op de voerplaats afkomen.

Casters maken:   

Casters kan men ook zelf maken. Voorwaarde is wel dat men daarvoor  maden gebruikt die ongeveer een week oud zijn.  Oud zaagsel e.d. wordt verwijderd en de maden “ontvet” door ze te wassen. Na het wassen laat men de maden vijf minuten in koud water liggen. De maden op een een droge doek leggen en iets droog wrijven. Daarna in een doos met enigszins vochtig zaagmeel welke men luchtdicht afsluit. Niet bewaren in de koelkast, maar in een koele ruimte. Een dag later zeven en de casters eruit halen. Op die manier krijgt men mooie volle casters.