Categoriearchief: Lok- en visvoeren

Lokvoer Feedervissen

Het lokvoer is één van de belangrijkste dingen als je gaat feedervissen in een wedstrijd of als recreatievisser. Men begint dan met een basislokvoer. Dat kan je zelf maken of kan het ook in de winkel kopen.

Het basislokvoer
2 kopjes maïsmeel/babycorn
1 kopje koekmeel
4 kopjes broodmeel
2 kopjes Gemalen beschuit
1 kopje kokosmeel
1 kopje PV collant

Erg gemakkelijk omdat je kan variëren tot de hoeveelheid voer die je denkt nodig te hebben. Dus kun je er ook een emmer of andere dingen voor gebruiken.

Maar eenvoudiger is de volgende manier:
Koop een basislokvoer in de hengelsportwinkel en doe er dan zelf nog andere dingen bij.

basisvoer

Basis: 1kilo basislokvoer

Aanvullen met:

100 gram Orange bream
een half blikje zoete mais
1 handje vol casters (maden poppen)
1 handje vol pinkies (kleine voor maden)
1,5 handjes vol maden

De aantrekkingskracht:

Men moet natuurlijk zelf uitproberen wat het beste werkt voor jezelf.
En natuurlijk op welk water wat werkt en waar de vis op af komt.
Ook uitproberen door het voer te mengen en andere ingrediënten toevoegen of eruit halen. Ook geurtjes zijn belangrijk.
Er zijn veel soorten geurtjes te verkrijgen in de hengelsportwinkels.
Tip: Géén geurtjes door elkaar gebruiken!

Men kan de volgende dingen gebruiken om er een geurtje in te doen:
Geurtjes uit een flesje of spray
Soft baits pellets klein maken en erdoor doen.
Kleine zakjes speciaal lokvoer erdoorheen doen zoals Orange bream.

Als men een en ander uitgeprobeerd heeft en het werkt nog niet, schroom dan niet om een collega-sportvisser aan te spreken die wèl succes heeft bij het feedervissen en wat voor lokvoer en welke ingrediënten of geurstoffen hij toepast.

Lokvoer Karpers

In Nederland staat het karpervissen hoog genoteerd. Vaak moet je wel vele uren wachten totdat je beet hebt, maar als je eenmaal beet hebt geeft de karper meer strijd en spanning dan tientallen brasems en een handvol snoekbaarzen kunnen doen. De aaskeuze voor de karper is de erg uitgebreid.

Boilies als karperlokvoer

Het meest gebruikte aas en lokvoer voor karpers is de boilie. Het maken van boilies voor karpervissen is niet moeilijk en kan vrijwel iedere hengelaar. Wel heb je uiteraard de juiste grondstoffen nodig voor het deeg. Een boilie (Engels voor gekookt) bestaat uit een brokje samengesteld deeg in de grootte van een knikker of een klein tafeltennisballetje. De ingrediënten bestaan verschillende plantaardige stoffen.

De plantaardige stoffen worden droog gemengd, waarna een aantal eieren worden toegevoegd. Het zo ontstane product wordt tot een taai deeg gekneed. Van dit deeg worden worstjes gerold, die daarna in kleine stukjes worden gesneden. De stukjes deeg worden tot balletjes gerold. Deze moet je een tijdje koken. Het hangt van de kooktijd af hoe hard de buitenkant van een boilie wordt.

Er zijn tientallen recepten voor het samenstellen van boiliedeeg. Er zijn ook heel wat hulpmiddelen ontwikkeld om de boilies snel te kunnen maken. Er zijn zelfs diverse boeken verkrijgbaar met boilie-recepten. Omdat karpers graag naar redelijk hard aas zoeken in de vorm van bijvoorbeeld slakken en mossels, die ze zonder enige moeite kunnen breken tussen hun keeltanden, hebben ze ook geen moeite met de harde boilies.

In plaats van boilies zelf te maken kun je ze uiteraard ook in de winkel kopen. Er zijn verschillende groottes verkrijgbaar. Er zijn ook diverse boilie vervangers, denk aan: harde mais, kikkererwten, esdoornerweten, tijgernoten, zwarte oogbonen en rode nierbonen. Laat deze eerst weken en na het weken kook je deze tussen de 8 en 10 a 12 minuten.

Ander lokvoeren en azen

Naast boilies kun je nog veel meer lokvoeren en azen gebruiken. We hebben verschillende azen en lokvoeren op een rij gezet.

– Aardbeien (verse aardbeien)

– Aardappels (aardappelen moeten gaar zijn maar niet bloemig)

– Banaan (vermengen met brood is mogelijk om het steviger te maken)

– Boon (zachte bruine en witte bonen uit blik of pot)

– Brood (brood is vanzelfsprekend altijd goed als aas)

– Broodkorsten (wanneer je vist op karpers is de broodkorst ideaal als drijvend aas)

– Erwten (naast mais gebruikt men tegenwoordig ook steeds vaker erwten)

– Gras (ook met gras kun je karpers vangen)

– Kaas (gebruik jong belegen kaas)

– Kikkererwt (naast erwten, mais en boilies een erg goed aas)

– Maïs (voor de boilie was mais hét karperaas)

– Pinda’s

– Pistachenoten

– Roggebrood (maak kruimels van het roggebrood en meng dit met stroop)

– Rozijnen (laat de rozijnen eerst circa 10 tot 12 uur wellen, om de karpers te laten wennen is meevoeren wel belangrijk)

– Spek

– Tijgernoten (door de hardheid heb je wel een boilienaald nodig)

– Worm (haal wat wormen uit de grond en gebruik dit als aas)

Zoals je kunt zien zijn karpers bijna alleseters. Als je een ervaren hengelaar bent kun je dan ook experimenteren met bepaalde ingrediënten of ander aas en lokvoer.

Lokvoer Zeelt

Een uitstekend ‘lokaas’ voor de zeelt bestaat uit volgende samenstelling:

Een drietal flinke ‘handen’ verse molshoopaarde, 1 pakje (500 gr) paneermeel, een goeie hand geknipte mestpieren, 1 blikje gezoete mais, een flinke hand geplette casters. Deze samenstelling goed mengen, flinke bollen knijpen en zo mogelijk op twee plekken ( 20-tal meter van elkaar) voeren. Vang je na enige tijd op een stek een mooie zeelt voer hier dan een handje casters en verkas naar je tweede stek, steeds weer herhalen tot je voldaan bent.

Lokvoer Brasem

 

Een brasem zoekt zijn soortgenoot in de regel op en vervolgens vormen ze grote scholen. Er is daarbij vaak een indeling te maken naar leeftijd en afmeting. Door een schrikreactie kunnen de scholen overdag uit elkaar gaan, maar als ’s avonds de rust wederkeert, zoeken ze elkaar weer op en gaan dan gezamenlijk op zoek naar geschikt voedsel.

De beste methode om de brasem op één plek bij elkaar te krijgen en te houden is deze: ‘s avonds tegen het donker een voerstek maken en daar de volgende morgen het aas uitwerpen. Brasem is voornamelijk in de ochtend, wanneer het licht wordt, gemakkelijk te vangen en dan specifieker de zware brasem. Het moet zo rustig mogelijk zijn. Als je gaat vissen is het bijvoorbeeld niet verstandig om zware voerballen in het water te smijten. Op deze manier zul je de brasem alleen maar verjagen.

Als je ’s ochtends of ’s middags begint met vissen en nog een voerstek moet gaan maken is de kans groot dat je niks zult vangen. Op dat moment is de kans zeer klein dat er een school brasems aanwezig is. De brasem heeft een scherp vermogen om reuk en smaaksporen op te pikken en zal dan op zoek gaan naar de plaats waar deze reuk vandaan komt. Is daar niets van zijn gading te vinden dan zal hij spoedig weer op zoek gaan naar een ander reukspoor. Ligt er op een stek alleen maar zwaar grondvoer, dan ben je aangewezen op vissen die deze plaats toevallig ontdekken. Een combinatie van zwevend lokvoer en liggend lokvoer is dan ook het best.

Iedereen heeft wel een “eigen” wondervoertje gemaakt voor grote brasem en vaak geheim gehouden. Toch hebben we hieronder enkele verschillende samenstellingen lokvoer voor het vangen van brasem opgetekend: 

Voerballen van oud brood

De beginnende visser zal wat lokvoer betreft eenvoudig beginnen. Wie bij de bakker een oud brood op de kop kan tikken heeft al een zeer goede basis. De dikke bruinen korsten er af snijden en het in water laten weken. Daarna zeer goed door elkaar kneden tot een behoorlijk weke pap. Het kan hierna stijf gebracht worden door er droge havermout aan toe te voegen. Hier voerballen van kneden die ongeveer zo groot als een sinaasappel en een aantal op de voerstek deponeren. Druk met de duim een gat in de voerbal. Stop in het gat een handje maden en druk de voerbal daarna van boven weer dicht. De maden zitten binnen in maar gaan naar buiten wroeten op en rond de lokplaats.

Macaroni als lokvoer

Als het om vast voer gaat is ook gekookt macaroni ideaal voor de brasem. Neem hiervoor de zogenaamde elleboogjes macaroni. Kook de macaroni en giet het af. Na het afkoelen meng je er een eetlepel slaolie doorheen. De macaroni blijft nu log van elkaar en kan worden uitgestrooid op de voerstek, met in het midden de voerballen.

Als je ’s ochtends een voerstek maakt dan kun je de brasem het best lokken met zwevend voer. De aanwezigheid van de brasem op de voerstek is vaak waar te nemen uit de kleine gasbelletjes aan het oppervlakte. De brasem staat dan in de bodem te wroeten met zijn uitstulpbare bek en er komen dan gasbelletjes vrij. Voer dan niet met zware voerballen. Dit zijn dan als het ware bommen.

Bijvoeren

Gebruik als je gaat bijvoeren een soort van lokaas dat direct in het water uiteen valt. De zware delen dwarrelen snel naar de bodem en het lichtere voer blijft enige tijd in het water zweven. Er ontstaat dan vaak voedseldrift bij de brasem. Elke brasem wil de eerste zijn en het aas op de haak wordt zonder aarzelen aangenomen. Vis je met een stukje aardappel, dan moet je er zonder meer fijngewreven aardappel in het grondvoer doen. Naast maden is een grote vlok witbrood op de haak ook goed aas.

Brasem recept 1: Oud bruinbrood goed voorweken, maaszand of klei erdoor kneden. Daarna havermout vlokken erdoor kneden.

Brasem recept 2: 4 delen broodmeel, 2 delen beschuitmeel, 2 delen koekjesmeel en 2 delen collant (=gemalen renpaarden voer)

Brasem recept 3: 4 delen broodmeel, 2 delen beschuit, 2 delen maismeel, 2  delen collant (of een deel collant en een deel copra-melasse) en eventueel suiker

Brasem recept 4: 500 gr broodmeel, 50 gr maismeel, 150 gr kokosmeel, 100 gr havermout, 50 gr zemelen en 150 gr koekjesmeel

Brasem recept 5: 1 deel broodmeel, ½ deel Italiaanse polenta,  ½ deel paneermeel, 1/8 deel wafelmeel (vanille),  ½ deel koekjesmeel (stroopwafelmeel), ¼ deel copra melasse (voor diep en stromend water ¼ deel notenmeel)

Brasem recept 6, ouderwets recept: 1/4 dl paneermeel, 1/4 dl beschuitmeel, 1/4 dl polenta (Italiaanse), 3/32 dl Hennepmeel (gekookt), 1/32 dl aardappelvlokken, 1/16 dl notenmeel (donkerste die te koop is), 1/16 dl havermout(meel) en 1/16 dl koekjesmeel.

Het geheel goed mengen. Daarna zonder maden mengen en minimaal twee maal door een (keuken) zeef drukken om het goed los en toch pakkend te maken. Eventueel hennep aanmaken met een lokstof.

 

Lokvoer Voorn

In de gemiddelde hengelsport winkel zijn heel veel soorten lokvoer verkrijgbaar. Ze zijn verschillend van kleur en samenstelling, maar ze hebben allemaal hetzelfde doel. Er is voer dat zo fijn is als meel, er is grof voer en er zijn soorten die half om half zijn. De sportvissers hebben lokken en voeren verheven tot een ware wetenschap en maken gebruik van tientallen ingrediënten om het ultieme lokvoer te maken. Het witvisvoer moet een dubbele werking hebben. Het moet de vis uit de omgeving aan kunnen lokken en als de voerstek gevonden is, dan moet het de gelokte vis vast houden op de plaats. 

(Gezoete) Mais 

Mais is prima geschikt als lokvoer voor de witvis. Het vissen op witvis met mais is overgekomen vanuit Engeland. In Engeland werd al vele jaren gevist met mais dat in een zoetmiddel is geconserveerd. Bijna iedere visser in Engeland heeft wel een doosje of een blikje mais naast zich. Er wordt mee gevoerd en er wordt ook mee gevist op de haak. Je kunt mais bij de hengelsportzaak of in de supermarkt in blikjes of in potjes kopen. Als je de blikjes of potjes goed afsluit, kun je het na goed bewaren in de koelkast een aantal keer gebruiken. Het verdient wel de aanbeveling om het mais te mengen met het lokvoer. Hiervoor kun je maismeel gebruiken of de maiskorrels fijnknijpen en dit weer met ander lokvoer mengen. Als er een aasplek is gemaakt, dan kun je regelmatig bijvoeren met wat fijngeknepen maiskorrels.

Eigen voer maken 1

Je kunt ook eigen lokvoer maken. Meng wat brood, beschuitmeel, gemalen hennep en koekjesmeel. Laat dit vervolgens inweken in wat water. Vervolgens kun je het gebruiken als lokvoer of als aas.

Natuurlijk kun je ook andere ingrediënten gebruiken of de genoemde ingrediënten combineren met andere om een geschikt lokvoer te maken. Het is aan te raden om geregeld van lokvoer te veranderen. Het is dan ook slim om je bevindingen te noteren. Voeg in ieder geval bij ieder recept altijd een beetje water toe. Door goed te kneden maak je het geheel stevig en zwaarder. Door stevig en zwaar lokvoer te gebruiken zal het beter zinken en kun je het lokvoer effectiever verspreiden.

 

Eigen voer maken 2

Voor het gemak koop je gewoon een zak kant-en-klaar voornvoer. Om het voer extra aantrekkelijk te maken, kopen we er een blikje zoete maïs bij. Om te beginnen gooien we het lekker ruikende sap van de maïs niet weg, maar bij het droge voer en roeren dit er alvast stevig doorheen. Nu wordt er water toegevoegd, het is belangrijk dat je niet in één keer al het water bij het voer gooit. Je krijgt dan een veel te groot verschil tussen wel en niet verzadigde voerdelen.

Dus… beetje water en flink mengen, weer water toevoegen en mengen maar weer. Zeker wanneer je nog niet zo bedreven bent in het aanmaken van voer, kun je maar beter wat droogvoer achter de hand houden om een eventueel te nat voer weer in orde te maken.

Het belangrijkste van een goed voer is dat het een gelijkmatig geheel is, waar geen klonten in zitten. Om dit te verkrijgen, is het belangrijk om het voer na het bevochtigen even te laten staan en na tien minuten nogmaals door elkaar te mengen. Ook een makkelijke manier is om het geheel met een mixer goed door elkaar te mengen. Nog beter is het om het voer door een grove zeef de duwen, een maaswijdte van 3 á 4 millimeter is ideaal.

Om voorns echt ‘lekker te maken’, voegen als laatste de maïskorrels toe. Om het voer levendig te maken, en daar houden voorns van, voegen we ook nog een handje maden en casters toe. Het geheel voorzichtig omroeren zodat we de maden, casters en maïs niet kapot maken.

Wanneer je het voer met een lichte druk tot vuistgrote ballen kunt knijpen, is het voer klaar. Mocht het voer meteen weer uit elkaar vallen, dan maak je het nog wat vochtiger. Om het voer beetje bij beetje vochtiger te maken is een plantenspuit ideaal.

Wanneer men een voer samenstelt, dan kan dit door de ingrediënten te wegen of door de ingrediënten indelen toe te voegen. De een weegt het liever, dat is uiteraard een persoonlijke voorkeur en wil niet zeggen dat het voer hier beter door wordt dan het toevoegen in delen. Wel is het uiteraard de bedoeling dat er wat geëxperimenteerd wordt met de ingrediënten en de gewichten want er is geen viswater hetzelfde wat betreft diepte en stroming. Gewoon een kwestie van nadenken en doen (met behulp van de onderstaande ingrediëntenlijst). Hierbij enkele voorbeeld recepten met het daarbij behorende gewicht (of in eetlepels i.v.m. het te lage gewicht) van de ingrediënten.

Wintertip

Bij deze een tip om in de wintermaanden te scoren op voorn: gebruik niet te veel voer, het hieronder beschreven voertje is favoriet op ondiep niet stromend water zoals de diverse sierwateren binnen de steden. De beschrijving van de samenstelling is in delen, 1 deel kan een emmer maar ook een soepkom zijn. Gewoon altijd dezelfde maateenheid aanhouden.

  • 1 deel polenta gries
  • 1 deel biscuit
  • 2 delen toastmeel
  • 1 deel diverse zaden (tropische mengeling, gemalen)
  • 1/2 deel koriander
  • 4 delen Evezet voorn ( complete samenstelling)
  • Het geheel zo bevochtigen dat er kleine balletjes gemaakt kunnen worden. Licht bijvoeren met bijvoorbeeld gekiemde hennep en milet zaad werkt goed op de grote exemplaren voorn en winde.