Casters

casters

Casters zijn maden die midden in het proces van verpoppen zitten van made naar vlieg. Casters worden bewaard bij een temperatuur van nul tot drie graden Celsius. Door deze lage temperatuur wordt het verpoppingsproces sterk vertraagd. De mooiste casters zijn lichtbruin van kleur. Te gebruiken aan de haak of om door het grondvoer te mengen. En natuurlijk in de voerkorf. De casters zitten meestal verpakt in een luchtdichte plastic verpakking. Let op bij aankoop: niet geheel vacuüm getrokken! Nadat een zakje is geopend, dienen de casters onderwater bewaard te worden om verder verpoppen te voorkomen.

Waarom casters? Casters zijn een stuk minder voedzaam dan maden. Men kan gerust een flinke hoeveelheid casters in het grondvoer verwerken. Gevaar om de vis echt te verzadigen is er niet echt. Voerballetjes blijven mooi samen voor als men op afstand vist. De casters, in tegenstelling tot levende maden, bewegen immers niet. Voerballetjes met maden zullen al gauw uit elkaar vallen door beweeglijke wormpjes. Casters blijven netjes op de bodem liggen. Maden kruipen direct weg in de (meestal) zachte slijklaag. Casters zijn een superaas voor het vangen van de grotere formaten vis, zoals voorns en brasems. In aantal vangt men misschien minder dan met maden, maar het formaat vis is zonder twijfel groter. Afwisselen tussen casters en maden kan rendabel zijn, zeker als er veel kleinere vissen op de voerplaats afkomen.

Casters maken:   

Casters kan men ook zelf maken. Voorwaarde is wel dat men daarvoor  maden gebruikt die ongeveer een week oud zijn.  Oud zaagsel e.d. wordt verwijderd en de maden “ontvet” door ze te wassen. Na het wassen laat men de maden vijf minuten in koud water liggen. De maden op een een droge doek leggen en iets droog wrijven. Daarna in een doos met enigszins vochtig zaagmeel welke men luchtdicht afsluit. Niet bewaren in de koelkast, maar in een koele ruimte. Een dag later zeven en de casters eruit halen. Op die manier krijgt men mooie volle casters.