Maden

maden

Maden zijn sinds tijden het meest populaire aas bij vissers, niet alleen omdat ze zo makkelijk te krijgen zijn, maar vooral omdat dit witte wormpje in veel gevallen simpelweg het beste aas voor een breed scala aan vissoorten is. Maden zijn niet meer weg te denken uit de sportvisserij. Met één made aan de haak kun je alle zoetwatervissen vangen die er zijn. Er zijn voorbeelden van zeelt, karper, baars, paling en zelfs snoek die aan een paar maden zijn gevangen. Meestal is het echter een voorn, een blei of een brasem die we aan maden vangen.

Praktisch alle vissoorten zijn verzot op maden en dat komt door de levendigheid van het beestje. Ook onder water, aan de haak, zullen ze nog lang blijven kronkelen, mits ze goed op de haak worden gezet.  Het is van belang om ze niet “lek” te prikken. De beste manier om een made aan de haak te bevestigen is om de made tussen duim en wijsvinger licht in te drukken totdat er aan de zijde van de twee ‘oogjes’ een lipvormig uitstulpsel verschijnt. Hier prikt men een dundradige haak doorheen en dan zo dicht mogelijk aan de buitenzijde. Op deze manier zal de made zo lang mogelijk blijven leven en op een natuurlijke manier bewegen. Ook een trosje maden aan de haak is mogelijk, maar dat wil niet zeggen dat er dan ook grotere vissen worden gevangen.

Of een hengelsportzaak regelmatig verse maden heeft, kan men zelf controleren. Verse maden zijn te herkennen aan een onderhuidse donkere plek nabij de kop. Een volwassen verse made heeft in haar lichaam een voorraad voedsel nodig om de tijd te overbruggen om van made in caster te veranderen. Dit is de “zwarte punt” die men in de made ziet bewegen en hoe groter deze “zwarte punt”, hoe verser de made. En… hoe verser de maden, hoe langer zij bewaard kunnen worden. Wil men maden die in een korte tijd verpoppen en als caster kunnen worden gebruikt, dan koopt men maden waarbij de “zwarte punt” zo goed als verdwenen is.

De verzorging van de maden is ook belangrijk voor gezond aas. Na aankoop van de maden moeten deze eerst goed schoongemaakt worden om ze langere tijd te kunnen bewaren. Daarbij gaat men als volgt te werk:

  • Koop een royale portie verse maden met een zichtbare “zwarte punt”
  • Zeef het oude meel en/of zaagsel eraf waar ze in bewaard werden
  • Doe de maden ongeveer een halve minuut in een emmer water met een paar druppeltjes afwasmiddel (géén sopje) om van de ammoniakgeur af te komen.
  • Daarna goed afspoelen met schoon water.
  • Leg de maden op een krant waardoor ze zich kunnen droog kunnen kruipen
  • Bewaren in een ruime bak, voorzien van schoon fijn zaagmeel en wat zoet maismeel