Herkenning: De kleine bek is eindstandig. De rand van de anaalvin is ingesneden. Op de zijlijn liggen 56-61 schubben.
Verspreiding: Algemeen. Vooral in het IJsselmeer en aangrenzende wateren, in de Biesbos en het Haringvliet en elders in de grote rivieren. Kan door uitzetting ook voorkomen in afgesloten wateren.
Voedsel: insecten, kleine kreeftachtigen en soms ook kleine witvis.
Lengte tot circa: 80 cm